Hoe weet je welke dieren er in de oceaan leven, vooral als je ze bijna nooit ziet? Veel van de organismen in de oceaan is erg klein, zeldzaam of komt alleen voor in diepe wateren. Toch kunnen wetenschappers deze soorten vinden, zonder ze direct te observeren. Hoe werkt dat? De wetenschappers kijken naar eDNA (environmental DNA). Een nieuwe techniek die veel mogelijkheden voor oceaanonderzoek brengt.
Wat is eDNA?
Alle organismen laten genetisch materiaal achter in hun leefgebied – via huidcellen, uitwerpselen, slijm of schubben. In het water blijven dit materiaal tijdelijk aanwezig. Wetenschappers kunnen dat DNA uit een watermonster halen, analyseren en zo bepalen welke soorten er in de buurt zijn of kort geleden zijn geweest. Dit geldt trouwens niet alleen voor water. Ook uit bijvoorbeeld de grond, lucht en uit sneeuw kan eDNA gehaald worden.
Hoe werkt het?
Het proces verloopt in grote lijnen als volgt: 1. Eerst nemen wetenschappers een watermonster op een specifieke locatie in zee. 2. Vervolgens filteren ze het water om DNA-deeltjes van organismen op te vangen. 3. In het laboratorium analyseren ze dit DNA door het af te lezen en te bepalen van welk organisme het is. 4. Op basis van deze resultaten stellen onderzoekers lijst op van de organismen die in het water aanwezig zijn of recent waren. Het lijkt op forensisch onderzoek, maar dan voor dieren.

Wat kun je met eDNA onderzoeken?
eDNA onderzoek is erg veelzijdig. Onderzoekers gebruiken het onder andere om:
- Zeldzame of bedreigde soorten op te sporen (zoals walvissen, haaien of zeepaardjes)
- Invasieve soorten te detecteren die schade aanrichten aan het ecosysteem
- Biodiversiteit te meten zonder dieren te storen
- Veranderingen in het ecosysteem te volgen, bijvoorbeeld door vervuiling
Waarom is eDNA een doorbraak?
Traditioneel onderzoek onder water is vaak duur en beperkt tot wat je kunt vangen of zien. Met eDNA kunnen wetenschappers veel sneller informatie verzamelen. Zelfs soorten die erg zeldzaam of schuw zijn kunnen zo worden opgespoord. En omdat eDNA ook nog een tijdje aanwezig is als dieren al weer weg zijn, kunnen onderzoekers makkelijker de soorten registreren.
Wat zijn de beperkingen?
Hoewel eDNA krachtig is, zijn er ook uitdagingen:
- Tijdelijk: eDNA verdwijnt na enige tijd, dus het toont vooral recente aanwezigheid.
- Identificatie: soms lijkt het DNA van verwante soorten sterk op elkaar, wat verwarring kan geven.
- Verontreiniging: monsters moeten zorgvuldig worden genomen om vermenging te voorkomen.
Daarom wordt eDNA vaak gebruikt in combinatie met andere methoden zoals camera’s.
Wat betekent het voor oceaanbescherming?
Dankzij eDNA kunnen wetenschappers mariene ecosystemen beter begrijpen, kwetsbare soorten sneller opsporen en de effecten op soorten van menselijke activiteiten zoals visserij of vervuiling beter meten. Dit maakt het een waardevol hulpmiddel voor natuurbescherming, beleidsvorming en onderzoek.

Conclusie
eDNA helpt ons om de oceaan beter te onderzoeken. Door gewoon een watermonster te analyseren, komen we erachter welke organismen er allemaal leven, zonder ze lastig te vallen. Het is een mooi voorbeeld van hoe slimme technologie ons meer leert over de natuur. Het geeft mogelijkheden om voor veel verschillende, nieuwe onderzoeken.