Inleiding
Zeehonden zijn zoogdieren die voorkomen langs de kusten van het noordelijk halfrond. In Nederland zijn ze een belangrijk onderdeel van het ecosysteem in de kustgebieden. Ze leven voornamelijk in de Waddenzee, de Zeeuwse Delta en langs de Noordzeekust. Dit artikel bespreekt de twee soorten zeehonden die in Nederland voorkomen, hun leefwijze en de maatregelen die genomen worden om hen te beschermen.

Soorten zeehonden in Nederland
Gewone zeehond (Phoca vitulina)
De gewone zeehond komt het meest voor in Nederland. Ze hebben een gestroomlijnd lichaam en korte ledematen die zijn aangepast aan het leven in het water. Volwassen dieren bereiken een lengte van 1,2 tot 2 meter. Een gewone zeehond kan tot 130 kilogram wegen. De vachtkleur is lichtgrijs tot donkerbruin, vaak met onregelmatige vlekken. Gewone zeehonden rusten op zandplaten en jagen in het omringende water. Ze komen vooral voor in de Waddenzee, maar ook in kleinere aantallen in de Zeeuwse Delta.
Grijze zeehond (Halichoerus grypus)
De grijze zeehond is groter dan de gewone zeehond. Mannetjes worden tot ongeveer 3 meter lang en kunnen meer dan 300 kilogram wegen. Vrouwtjes blijven kleiner, tot rond de 2 meter en iets meer 200 kilogram. De snuit is langer en hoekiger, wat een belangrijk verschil is met de gewone zeehond. De vacht is grijs tot zilverachtig, maar kan ook donkerder zijn. De vacht heeft vlekken.
De grijze zeehond was in het verleden zeldzaam in Nederland, maar hun aantal is de laatste decennia toegenomen. Ze worden vaak gezien op rustige stranden en zandbanken, vooral op Richel in de Waddenzee.
Leefgebied
Beide soorten leven in kustgebieden met ondiep water en voldoende rustplaatsen. De Waddenzee is het belangrijkste leefgebied in Nederland. Het is een dynamisch gebied met getijden, slikken en zandbanken. Deze bieden beschutte plekken om te rusten, jongen te werpen en te zogen.
Daarnaast komen zeehonden voor in de Oosterschelde en Westerschelde, hoewel de populaties daar kleiner zijn. De aanwezigheid van voedsel en verstoring door mensen spelen een belangrijke rol bij de keuze van hun verblijfplaats.
Voortplanting en ontwikkeling
De voortplanting van zeehonden verschilt per soort. Gewone zeehonden werpen hun jongen in de zomer, meestal in juni of juli. De draagtijd is ongeveer elf maanden. Grijze zeehonden krijgen hun jongen in de winter, tussen november en januari. De pups van gewone zeehonden kunnen direct zwemmen. Pups van grijze zeehonden blijven de eerste weken op het droge, omdat hun witte vacht niet waterafstotend is. Moeders zogen hun jongen ongeveer drie tot vier weken, daarna worden de pups aan hun lot overgelaten en moeten ze zelf voedsel zoeken.

Gedrag en voeding
Zeehonden zijn goede zwemmers en kunnen snelheden tot 35 kilometer per uur halen. Ze gebruiken hun achterflippers om snelheid te maken en de voorste flippers om te sturen. Onder water sluiten de oren en neusgaten, zodat er geen water binnenkomt.
Hun dieet bestaat hoofdzakelijk uit vis, zoals haring en kabeljauw. Ook inktvis en kreeftachtigen worden gegeten. Een volwassen zeehond eet tot 8 kilogram vis per dag. Ze jagen meestal alleen en gebruiken hun gevoelige snorharen om trillingen van prooien in het water op te vangen.
Als zeehonden niet in het water zijn rusten ze meestal op zandbanken.
Bedreigingen
In de twintigste eeuw daalde het aantal zeehonden sterk. Jacht, milieuvervuiling en verstoring waren de belangrijkste oorzaken. Sinds de jaren tachtig zijn de populaties zich aan het herstellen, mede door beschermingsmaatregelen.
Toch zijn er nog steeds bedreigingen. Zeehonden worden ziek door virussen zoals het phocine distemper virus (PDV). Tijdens uitbraken in 1988 en 2002 stierven duizenden dieren. Daarnaast kunnen vervuiling met zware metalen en microplastics hun gezondheid aantasten. Visserij vormt ook een risico, bijvoorbeeld door bijvangst of verwondingen door vistuig. Toename van recreatie op zee, met name bootverkeer en wadlopen, zorgt voor verstoring. Klimaatverandering vormt op lange termijn een bedreiging. Door zeespiegelstijging verdwijnen rustplaatsen, en veranderingen in de visstand kunnen hun voedselvoorziening beïnvloeden.
Bescherming en monitoring
Zeehonden zijn in Nederland wettelijk beschermd. Ook internationale verdragen dragen bij aan hun bescherming. In de Waddenzee is het verboden om zonder toestemming zeehonden te benaderen of te verstoren.
De populaties in de Waddenzee worden jaarlijks geteld vanuit een vliegtuig. Zo wordt het aantal volwassen dieren en jongen gevolgd. Deze gegevens helpen om het effect van beleid en bedreigingen te monitoren.
Bij zeehondencentra worden zieke, gewonde of verweesde zeehonden opgevangen. Na een periode van verzorging worden ze teruggezet in het wild. Opvang vindt alleen plaats als het noodzakelijk is en de dieren zonder hulp niet zouden overleven.
Tot slot
Zeehonden zijn goed aangepast aan het leven in de Nederlandse kustwateren. Dankzij beschermingsmaatregelen hebben beide soorten zich weten te herstellen na een periode van sterke achteruitgang. Toch zijn er nog steeds risico’s. Monitoring, wetenschappelijk onderzoek en zorgvuldig natuurbeheer blijven noodzakelijk om het voortbestaan van deze zeezoogdieren te waarborgen.